Het Social Lean Canvas Model: maak impact tastbaar

Het Social Lean Canvas Model: maak impact tastbaar

Je hebt een idee. Een goed idee. Niet per se om rijk van te worden, maar om de wereld een stukje beter te maken. Denk aan thema’s als inclusie, duurzaamheid of zingeving. Maar hoe overtuig je anderen van de waarde van je idee als het niet om euro’s draait?

Enter: het Social Lean Canvas Model. Dé tool die maatschappelijke en ecologische waarde zichtbaar maakt, op één A4’tje.

 

Wat is het Social Lean Canvas Model?

Het Social Lean Canvas Model (SLCM) is gebaseerd op het bekende Lean Canvas van Ash Maurya. Alleen dan met een extra lens: impact. Waar het klassieke model vooral draait om winst, richt het SLCM zich ook op waarde voor mens en planeet.

Je volgt nog steeds de Lean Startup-werkwijze: probleem → oplossing → valideren → itereren. Maar je breidt het uit met: maatschappelijke waarden → ecologische effecten → eerlijk verdienmodel

Zo pitch je niet alleen aan investeerders, maar ook aan subsidiegevers, gemeenten en partners die op zoek zijn naar duurzame of sociale impact.

 

Wat maakt het anders dan andere canvasmodellen?

Klassieke businessmodellen zijn gebouwd op financiële logica: ROI, omzet, marges. Het Social Lean Canvas Model kijkt verder:

  • Wat levert jouw idee op voor de samenleving?
  • Welke negatieve bij-effecten kun je voorkomen?
  • Hoe kun je impact meten én verbeteren?

In het SLCM krijgen maatschappelijke en ecologische waarden en kosten een eigen plek. Zo wordt jouw canvas geen spreadsheet, maar een verhaal.

 

De 9 bouwstenen van het SLCM

De kracht zit in de opbouw. Het model daagt je uit om eerst de wereld buiten je idee te begrijpen, daarna je oplossing te ontwerpen en tot slot je verdien- én impactmechaniek scherp te krijgen.

1. Klantsegmenten - voor wie doe je het?

Alles begint bij je doelgroep. Niet jouw idee staat centraal, maar de mensen (of organisaties) die er straks mee gaan werken, betalen of van profiteren. In dit blok scherp je dat profiel aan.

Doelgroep, gebruiker en betaler

Breng duidelijk in kaart wie wat doet:

  • Gebruikers zijn degenen die je product of dienst gebruiken.
  • Betalers zijn de mensen of organisaties die de rekening betalen.
  • Impact-doelgroepen zijn gemeenschappen die profiteren van je idee, ook als ze geen klant zijn.

Een sociaal initiatief kan bijvoorbeeld draaien op subsidiegevers (betalers), buurtbewoners (gebruikers) en de wijk als geheel (impact-doelgroep).

Early adopters

Wie ga je als eerste benaderen om je aannames te toetsen? Early adopters zijn de mensen of organisaties die nu al openstaan voor jouw idee. Ze zijn cruciaal voor je validatie. Vaak zijn dit partijen in je netwerk die risico’s durven nemen en waarde zien in iets nieuws.

Voorbeeld: een lokale zorginstelling die als eerste jouw mantelzorg-app wil testen.

Ideal Customer Profile (ICP)

Schets het profiel van jouw ‘perfecte klant’. Niet alleen qua markt of branche, maar ook:

  • Hoe groot is de organisatie?
  • Wat zijn hun drijfveren?
  • Welke waarden delen ze met jouw initiatief?

Een scherpe ICP helpt je keuzes maken, prioriteiten stellen en je boodschap afstemmen.

2. Probleem - welk pijnpunt los je echt op?

Impact begint bij urgentie. Als jouw idee geen echt probleem oplost, is het gewoon... een leuk idee. In dit blok dwing je jezelf om de echte pijn van je doelgroep te benoemen, en dan wel in hun taal.

Top 3 problemen

Wat houdt jouw doelgroep wakker? Formuleer drie concrete problemen die je oplossing tackelt. Wees specifiek, menselijk en herkenbaar. Geen jargon, geen abstracte zinnen, gebruik de woorden die je doelgroep zelf zou gebruiken.

Voorbeeld:

  • “Ik weet niet hoe ik hulp moet vragen bij mantelzorg.”
  • “We hebben geen overzicht van beschikbare vrijwilligers.”
  • “Onze buurtapp is alleen maar klagen en katten.”

Door het in hun taal te zeggen, sluit je direct aan op hun beleving. En dat is goud waard bij validatie.

Bestaande alternatieven

Hoe lossen mensen het nu op? Misschien gebruiken ze Excel-sheets, een WhatsAppgroep, of een dure oplossing die eigenlijk niet werkt. Denk aan:

  • Formele concurrenten
  • Informele oplossingen
  • Do It Yourself hacks

Dit helpt je:

  • Zien waar de frustratie zit
  • Inschatten of jouw oplossing onderscheidend is
  • Begrijpen wat je moet overwinnen (want mensen houden van wat ze kennen)

Tip: beschrijf niet alleen wat ze gebruiken, maar ook wat daar niet aan werkt. Handig voor de volgende stap.

3. Oplossing - jouw antwoord op het probleem

Nu komt jouw idee in beeld. Geen features of technische details, maar het concept dat een einde maakt aan het probleem van je doelgroep.

Eén oplossing per probleem

Voor elk probleem uit blok 2 geef je hier een duidelijke, kernachtige oplossing. Houd het globaal:

  • Geen wireframes of prototypes
  • Wél: wat gaat jouw idee doen dat anderen nog niet (goed genoeg) doen?

Voorbeeld:
Probleem: “Ik weet niet hoe ik hulp moet vragen bij mantelzorg”
Oplossing: “Een app die automatisch hulpvragen koppelt aan beschikbare vrijwilligers in de buurt.”

Vermijd technische uitwerkingen

Je hoeft hier nog geen keuzes te maken over technologie, ontwerp of workflows. Die komen later pas.

Gebruik dit blok om scherp te krijgen:

  • Wat beloof je?
  • Wat verandert er voor je doelgroep?

Je oplossing moet logisch voortkomen uit het probleem, alsof het de ontbrekende puzzelstukjes zijn.

4. Waardepropositie - waarom kiest iemand voor jou?

In dit blok breng je alles samen: probleem, oplossing en voordeel. Dit is je kans om haarscherp te formuleren wat jouw aanbod uniek maakt, en waarom je doelgroep direct denkt: “Ja, dit wil ik.”

Wat levert het op?

Vertel in één zin:

  • Welk voordeel jouw gebruiker ervaart
  • Welk probleem daarmee verdwijnt
  • Waarom dat relevant is voor jouw doelgroep

Voorbeeld:

“Onze app helpt mantelzorgers sneller hulp te vinden, zodat ze minder stress ervaren en meer tijd overhouden voor zichzelf.”

Klinkt simpel? Precies de bedoeling. Een goede waardepropositie is helder, concreet en waardevol voor de eindgebruiker. Geen interne visie, maar een externe belofte.

High-concept pitch

Maak het nog tastbaarder met een vergelijkbare dienst of product die iedereen kent. De klassieke:

“GetMyBoat, de Airbnb van de zee”

Of:

“Duolingo, maar dan voor inclusieve communicatie in organisaties”

Met een sterke high-concept pitch positioneer je jouw idee direct in het hoofd van je doelgroep. Kort, krachtig en herkenbaar.

5. Kanalen - hoe bereik je je doelgroep?

Je kunt nog zo’n briljant idee hebben… als niemand ervan hoort, gebeurt er niks. In dit blok bepaal je waar en hoe je jouw klantsegment bereikt. Of beter gezegd: waar zij al zijn, en jij op inhaakt.

Kies je kanalen slim

Waar bevindt jouw doelgroep zich? Denk aan een mix van:

  • Online: sociale media, e-mail, SEO, je website, nicheplatforms
  • Offline: evenementen, netwerken, lokale hubs, flyers, buurtcentra

Kijk ook naar bestaande communities of partners die je kunnen helpen om sneller bij je doelgroep binnen te komen.

Tone of voice

Hoe praat je tegen je doelgroep? Een overheid bereik je anders dan jongeren met schulden. Bepaal of je tone of voice formeel, direct, empathisch of juist activistisch moet zijn, en wees consistent.

Voorbeeld:

  • Voor beleidsmakers: “Dit initiatief draagt bij aan inclusieve participatie.”
  • Voor jongeren: “Je staat er niet alleen voor. Wij fixen het met je.”

Bonus: test je boodschap eens op een early adopter. Je hoort snel genoeg of het binnenkomt.

6. Resultaat - wat levert het echt op?

In dit blok kijk je verder dan alleen omzet. Je brengt alle opbrengsten van je idee in kaart: financieel, maatschappelijk en ecologisch. Want waarde creëren gaat niet altijd over euro’s, soms zit de echte winst in CO₂-reductie, sociale cohesie of gelijke kansen.

Financiële waarde

Start met de basics:

  • Waar komt je geld vandaan?
  • Wat zijn je 3 belangrijkste inkomstenbronnen?
  • Verkoop je producten, diensten, abonnementen, licenties?
  • Doe je iets bewust gratis? Noteer het ook, dat is vaak strategisch slim

Denk ook aan alternatieve geldstromen zoals subsidies, donaties of sponsoring

Maatschappelijke & ecologische waarde

Hier voeg je de impact-lens toe die het klassieke businessmodel mist: Wat levert jouw idee op voor mens en planeet?

Maatschappelijke opbrengsten:

  • Meer sociale verbondenheid
  • Toegang tot zorg of educatie
  • Participatie van kwetsbare groepen
  • Zelfredzaamheid of gemeenschapszin

Ecologische opbrengsten:

  • Minder uitstoot of afval
  • Duurzame productieketens
  • Natuurherstel of biodiversiteit
  • Bewustwording rond klimaat of circulariteit

Het resultaatblok is dus dubbelzinnig bedoeld: het gaat over geld, maar vooral over betekenis. Over waarde die telt, ook als die niet op je bankrekening staat.


7. Kostenstructuur - wat kost het, en wie betaalt de echte prijs?

Een goed idee maken kost tijd, middelen en geld. Maar als je echt impact wilt maken, kijk je verder dan alleen de boekhouding. In dit blok breng je je financiële en maatschappelijke kosten in kaart.

Financiële kosten

Maak een overzicht van je grootste kostenposten. Denk aan:

  • Ontwikkeling van je product of dienst
  • Personeel of vrijwilligers
  • Communicatie & marketing
  • Tools, licenties of software
  • Distributie of locatiehuur

Check je activiteiten (wat doe je?) en resources (wat heb je nodig?), en bepaal waar de meeste euro’s heen gaan.

Tip: onderscheid vaste kosten (huur, salarissen) en variabele kosten (materiaal, campagnebudget).

Maatschappelijke & ecologische kosten

Impact is niet altijd positief. Ieder initiatief heeft ook een schaduwzijde. Durf kritisch te zijn:

  • Zorgt je platform voor meer schermtijd of een digitale kloof?
  • Worden er extra grondstoffen gebruikt of transportbewegingen veroorzaakt?
  • Kan je project onbedoeld de bestaande ongelijkheid versterken?

Voorbeelden van maatschappelijke of ecologische kosten:

  • Extra afval of energieverbruik
  • Rebound-effecten (bijv. mensen die meer gaan consumeren door ‘groene’ oplossingen)
  • Ongelijkheid in toegang of gebruik

Wees eerlijk. Door deze risico’s nu te benoemen, kun je ze straks beter managen en toon je je betrouwbaarheid als impactondernemer.

Blokken 6 en 7 vormen de hartslag van het Social Lean Canvas Model. Hier voeg je de impact-lens toe die in het klassieke Lean Canvas ontbreekt. Je denkt niet alleen in euro’s, maar ook in effecten: positief en negatief. Dat maakt dit canvas het hulpmiddel voor wie echt verschil wil maken.

8. Belangrijke meetwaarden - bewijs dat je vooruitgang boekt

Geen impact zonder inzicht. In dit blok bepaal je welke cijfers laten zien of jouw idee werkt, voor je doelgroep, je stakeholders en jezelf. Meten = weten, maar dan wel de juiste dingen.

Key metrics

Wat wil je weten om te kunnen bijsturen? Denk aan zowel business-metrics als impact-metrics. Combineer harde cijfers met maatschappelijke signalen.

Voorbeelden van business-metrics:

  • Aantal actieve gebruikers
  • Conversiepercentage of retentie
  • Kosten per klant
  • Aantal samenwerkingen of verkoopmomenten

Voorbeelden van impact-metrics:

  • Aantal deelnemers uit kwetsbare doelgroepen
  • CO₂-uitstoot bespaard
  • Mate van gedragsverandering of kennisgroei
  • Vrijwilligersuren of gedeelde resources

Denk ook aan je interne performance

Welke mensen, kennis en middelen heb je nodig om te blijven draaien, en hoe meet je of dat op orde is?

Voorbeeld:

  • Slaagt je team erin om binnen X tijd nieuwe matches te maken tussen hulpvragers en aanbieders?
  • Is je community actief of slapend?
  • Hoe snel reageert je platform op gebruikersvragen?

Tip: bepaal een paar kern-KPI’s die je regelmatig bekijkt. Niet alles hoeft meetbaar te zijn, maar zonder focus stuur je in het donker.

9. Oneerlijk voordeel - wat maakt jou écht uniek?

Iedereen kan een idee kopiëren. Maar niet iedereen kan jou kopiëren. In dit blok leg je vast wat jouw initiatief onverslaanbaar maakt. Dat ene element dat niet te kopen, huren of namaken is.

Wat kan niemand anders even ‘overnemen’?

Denk aan:

  • Een sterke community die met je meegroeit
  • Een unieke samenwerking of exclusieve partner
  • Eigen technologie of kennis (zoals een algoritme, patent of methodiek)
  • Jouw persoonlijke geloofwaardigheid of track record
  • Culturele of lokale verankering die anderen missen

Voorbeeld:

  • “Wij hebben een netwerk van 10.000 vrijwilligers dat binnen 24 uur inzetbaar is.”
  • “Onze coöperatie is lokaal geworteld en wordt gedragen door bewoners.”
  • “We hebben exclusieve toegang tot data van drie zorginstellingen.”

Waarom kiest iemand voor jou en niet voor de rest?

Sluit af met een sterk antwoord op die ene vraag: “Waarom zouden mensen voor jou kiezen in plaats van de bestaande oplossing?”

Als je dat weet - en het niet te kopiëren is - heb je goud in handen.

Voor wie is het Social Lean Canvas Model bedoeld?

Het SLCM is er voor iedereen die impact wil maken - of dat nu lokaal, sociaal of systemisch is. Denk aan:

  • Sociale ondernemers en impact-start-ups
  • Gemeenten of stichtingen met vernieuwende projecten
  • Duurzame initiatieven, zoals voedselcoöps of energiecollectieven
  • Onderwijs- en kunstprojecten die maatschappelijke waarde zichtbaar willen maken
  • Coöperaties en burgerbewegingen die van onderop verandering organiseren
  • Innovatieteams binnen corporates die naast ROI ook hun ESG-doelen serieus nemen

En steeds vaker haakt ook het “gewone” bedrijfsleven aan. Unilever koppelt winstgroei aan haar Sustainable Living Plan. Patagonia ontmoedigt bewust consumptie met de campagne Don’t Buy This Jacket.

Of je nu subsidie zoekt, draagvlak wil creëren of gewoon wil checken of je idee hout snijdt, het SLCM helpt je impact tastbaar maken.

Waarom zou je het gebruiken?

Of je nu een subsidieaanvraag schrijft, je idee wil pitchen of gewoon wilt ontdekken of het werkt: het Social Lean Canvas helpt je snel en scherp vooruit.

✔ Je valideert een idee razendsnel – zonder 40 pagina’s businessplan
✔ Je legt blinde vlekken bloot: wie betaalt er echt? Waar zit impact?
✔ Je houdt je team en stakeholders op één lijn
✔ Je maakt impact concreet én bespreekbaar
✔ Je hebt een krachtig visueel verhaal in handen voor fondsen, investeerders of partners

Zo gebruik je het

Het Social Lean Canvas Model is ontworpen om snel, visueel en flexibel te werken. Je hebt geen consultancyrapport van 80 pagina’s nodig, alleen een print, wat post-its en een nieuwsgierig team. Zo pak je het aan:

  1. Print het canvas groot uit of gebruik een digitaal whiteboard zoals Miro of Mural.
  2. Begin bij je doelgroep en het probleem. Verplaats je echt in hun wereld: wat houdt hen wakker?
  3. Werk het canvas blok voor blok door. Vul alleen iets in als je het kunt onderbouwen. Twijfel? Benoemen = vooruitgang.
  4. Gebruik het canvas als levend document. Test, streep door, vul aan – het mag en móet mee-evolueren met je idee.
  5. Betrek anderen. Een goed canvas ontstaat niet in je eentje. Werk samen met collega’s, eindgebruikers of partners.

Pro tip:

Gebruik het SLCM als:

  • Denkraam voor brainstorms
  • Pitchcanvas voor fondsen of investeerders
  • Interne tool om ideeën snel en scherp te krijgen

Klaar om jouw idee tot leven te brengen?

Download het canvas, print 'm uit of plak ’m op je Miro-bord, en ga aan de slag. Want impact begint niet met een plan van 40 pagina’s. Het begint met één A4’tje dat je dwingt om écht na te denken.